‘Als ik een voorrangsvoertuig tegenkom, dan blijf ik kalm en rustig.’ Dat is de kernboodschap van de campagne ‘Wat doe jij bij zwaailicht en sirene?’ van ROV Oost-Nederland en het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Hieronder staan drie tips om goed te reageren op zulke voorrangsvoertuigen.
Tip 1: Als je een voorrangsvoertuig opmerkt, blijf dan kalm en rustig
Kijk eerst wat de mogelijkheden zijn en kies dan wat je gaat doen.
De bestuurders van voorrangsvoertuigen mogen van verkeersregels afwijken en verkeerstekens negeren, zoals het harder rijden dan de toegestane snelheid en het rijden door rood licht. Deze bestuurders zijn getraind om veilige keuzes te maken. Het voorrangsvoertuig zoekt zoveel mogelijk zelf zijn weg. Je kunt ervan uitgaan dat de bestuurder ziet waar het voorrangsvoertuig er door kan.
Soms moet je dan in actie komen om het voorrangsvoertuig voor te laten gaan. Doe dit pas op het moment dat dat ook veilig kan. Als ruimte maken tot een onveilige situatie leidt, dan is het ook voor het voorrangsvoertuig veiliger om even te wachten.
- Als een voorrangsvoertuig nadert, vervolg dan je weg met de toegestane snelheid, totdat je op een veilige manier ruimte kunt maken.
- Als er een voorrangsvoertuig nadert en er is een rijstrook vrij, laat deze dan vrij voor het voorrangsvoertuig.
- Als je op een rotonde rijdt, blijf de rotonde dan volgen totdat het voorrangsvoertuig de rotonde heeft verlaten.
Tip 2: Let altijd op de veiligheid en de verkeersregels
Sta je voor een rood verkeerslicht, kijk dan eerst of het voorrangsvoertuig zelf zijn weg kan vinden. Kan het er niet langs, maak dan alleen ruimte als het veilig kan. Als een voorrangsvoertuig wil passeren, blijf dan op de weg en houd zoveel mogelijk rechts. Wees er altijd alert op dat er na het passeren van één voorrangsvoertuig meerdere kunnen volgen.
Tip 3: Wees in het algemeen alert in het verkeer
Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat je het voorrangsvoertuig laat opmerkt als je rijdt met een wat hogere snelheid en het voorrangsvoertuig van achteren nadert. Je kunt het voorrangsvoertuig dan namelijk pas horen als het al vrij dichtbij is.
Kijk regelmatig in je spiegels, want dan zie je een voorrangsvoertuig eerder. Als je stilstaat is het soms lastig om ruimte te maken voor een voorrangsvoertuig. Zorg er daarom voor dat je altijd voldoende ruimte aanhoudt tot je voorganger. Als je stil gaat staan, zorg dan dat je de achterbanden van je voorganger nog kunt zien, zodat er ruimte is om plaats te maken voor een voorrangsvoertuig.